Het eerste echte kinderboek is geschreven door HiŃ‘ronymus van Alphen in 1778 en heet: ‘Proeve van kleine gedigten voor kinderen’. Hij schreef al snel twee vervolgboekjes hierop. In deze boeken staan versjes waarin liefde, geluk, maar ook deugd voorop staan. Er was veel behoefte aan en er werden dan ook veel exemplaren van gedrukt.
Tot ver in de 19de eeuw was dit boek één van de meest verkochte en gelezen kinderboeken, waarschijnlijk doordat het zo goed geschreven was, en zeker niet alleen door de wijze lessen. Kinderen kenden de gedichtjes uit hun hoofd, zo vaak werden ze voorgelezen.
Hieronder zo'n gedichtje uit 'de Proeve'.
De drijftol
Nooit loopt mijn drijftol zonder slagen
Want hou ik op, dan loopt hij niet
Ik heb in al dat slaan verdriet
En zal om ander speelgoed vragen.
Maar is ’t ook zo met Flipje niet?
Ja, had ik nimmer slaag te vrezen,
‘k Zou zelden in mijn boeken lezen
En dat geeft vader ook verdriet.
Foei dat ik van mijn tol moet leeren
Met vlijt te werken zonder dwang.
‘k Wil tot mijn straf mijn levenlang
Geen ander speelgoed gaan begeeren.
Uit: 'Proeve van kleine gedigten voor kinderen' door Hiёronymus van Alphen